ECLI:NL:HR:2023:1510

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
2 november 2023
Zaaknummer
22/04059
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg exclusiviteitsbeding in overeenkomst en tekortkoming in nakoming

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 november 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van H.M. Gotink, curator in het faillissement van LOGIN B.V., tegen de verwerping van zijn vordering door de rechtbank en het gerechtshof. De curator had beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 augustus 2022, waarin de vordering van de curator werd afgewezen. De zaak betreft een geschil tussen de curator en de verweerders, Waste Products B.V. en DBICS Holding B.V., over de uitleg van een exclusiviteitsbeding in een overeenkomst en de vraag welke partij tekort is geschoten in de nakoming van deze overeenkomst. De Hoge Raad heeft de klachten van de curator beoordeeld, maar deze niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof, en dat het niet nodig was om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep van de curator verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/04059
Datum3 november 2023
ARREST
In de zaak van
H.M. GOTINK, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van LOGIN B.V., kantoorhoudende te Hengelo,
EISER tot cassatie,
hierna: de curator,
advocaat: P.A. Fruytier,
tegen
1. WASTE PRODUCTS B.V.,
gevestigd te Goor,
2. DBICS HOLDING B.V.,
gevestigd te Joure,
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna: Waste Products c.s.,
advocaten: J.W. de Jong en J.W.H. van Wijk.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/08/212265 / HA ZA 17-587 van de rechtbank Overijssel van 26 september 2018 en 10 juli 2019;
b. de arresten in de zaak 200.267.282 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 1 juni 2021, 4 mei 2021 en 2 augustus 2022.
De curator heeft tegen het arrest van het hof van 2 augustus 2022 beroep in cassatie ingesteld.
Waste Products c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor de curator mede door J.P. Jas.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt de curator in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Waste Products c.s. begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, S.J. Schaafsma en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
3 november 2023.