ECLI:NL:HR:2023:1488
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Rechtbank Limburg inzake belastingzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 oktober 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, vertegenwoordigd door J.G.J. Frissen, tegen de uitspraak van de Rechtbank Limburg van 30 januari 2023. De Rechtbank had eerder uitspraak gedaan in twee zaken, nrs. ROE 22/1598 V en ROE 22/1605 V, waarbij belanghebbende in verzet was gegaan tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank van 2 september 2022. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft in dit geval geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing van de Hoge Raad was dat het beroep in cassatie ongegrond werd verklaard.