ECLI:NL:HR:2023:1479
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake inkomstenbelasting en belastingrente
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 september 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door belanghebbende, vertegenwoordigd door C.J. Roozen, tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 juli 2022, waarin het hoger beroep van de Inspecteur tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland werd behandeld. De zaak betreft de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2014, alsook de beschikking inzake belastingrente.
De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De Hoge Raad concludeerde dat deze klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel werd gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereiste dat er antwoorden werden gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om de Staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten. Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 29 september 2023 en is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.