Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
17 oktober 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1979, was veroordeeld voor het opzettelijk onttrekken van drie minderjarige kinderen aan het gezag van hun moeder door hen in Turkije te houden en niet mee te werken aan hun terugkeer. De benadeelde partij, de moeder van de kinderen, had een vordering ingediend voor de geleden materiële schade, die door het hof was vastgesteld op € 21.828,32. Echter, het hof had geoordeeld dat bij de vaststelling van deze schade geen rekening gehouden diende te worden met een bedrag van € 18.126 dat de benadeelde partij had ontvangen via crowdfunding. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel van de verdachte verworpen, oordelend dat het hof niet onredelijk had geoordeeld door geen rekening te houden met de crowdfunding-gelden, aangezien deze gelden als giften waren ontvangen en niet aan de verdachte toekwamen. De Hoge Raad bevestigde dat het oordeel van het hof niet blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting en dat de beslissing begrijpelijk was. De uitspraak van de Hoge Raad is daarmee een bevestiging van de eerdere beslissing van het hof.