Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
5.Beslissing
17 oktober 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft beschuldigingen van mensenhandel en gewoontewitwassen, waarbij de verdachte betrokken was bij de uitbuiting van drie vrouwen in de prostitutie. In eerste aanleg werd de verdachte vrijgesproken, maar het openbaar ministerie ging in hoger beroep. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen van de verdachte beoordeeld, waarbij de advocaat-generaal A.E. Harteveld concludeerde tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft zich in het bijzonder gericht op de vraag of er sprake was van 'misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht' en of de vrouwen zich in een kwetsbare positie bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet onbegrijpelijk heeft geoordeeld dat de aangeefsters zich niet in een vergelijkbare situatie bevonden als een zelfstandige prostituee, en dat er sprake was van uitbuiting.
Daarnaast werd de kwalificatie van het witwassen beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht heeft geoordeeld dat de verdachte zich niet schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen, omdat de omstandigheden waaronder de verdachte handelde niet wezenlijk verschilden van die waarin hij het misdrijf had gepleegd. De Hoge Raad concludeerde dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, maar verbond hieraan geen verdere rechtsgevolgen. Uiteindelijk werd het cassatieberoep verworpen.