Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
17 oktober 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 20 januari 2022. De verdachte, geboren in 1997, was niet verschenen op de zitting, maar zijn raadsman had zich tijdig gesteld en was aanwezig bij de zittingszaal. Het hof had verstek verleend tegen de niet-verschenen verdachte, onder de aanname dat er geen raadsman aanwezig was. De advocaat-generaal A.E. Harteveld concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het gerechtshof Amsterdam.
De Hoge Raad oordeelde dat de beslissing van het hof om verstek te verlenen onjuist was, omdat de raadsman zich tijdig had gemeld en aanwezig was. De stukken die bij de cassatieschriftuur waren gevoegd, toonden aan dat de raadsman op het moment van de zitting aanwezig was, maar dat er een miscommunicatie was tussen de bodes en het hof. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en wees de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling.
Dit arrest benadrukt het belang van het aanwezigheidsrecht van de verdachte en de rol van de raadsman in het proces. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de raadsman ten onrechte niet de gelegenheid heeft gekregen om de verdachte te vertegenwoordigen, wat heeft geleid tot de vernietiging van de eerdere uitspraak.