Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
6 oktober 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek tot cassatie van betrokkene, die in deze procedure wordt vertegenwoordigd door advocaat G.E.M. Later. De zaak betreft de toetsing van een verzoek tot verlening van een zorgmachtiging, nadat eerder een beschikking van de rechtbank was vernietigd en de zaak was terugverwezen naar de Hoge Raad. De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere beschikkingen, waaronder die van 24 februari 2023 (ECLI:NL:HR:2023:316) en een beschikking van de rechtbank Den Haag van 14 april 2023. De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, die als verweerder in cassatie optreedt, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten van betrokkene beoordeeld, maar deze kunnen niet leiden tot vernietiging van de eerdere beschikking van de rechtbank. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoorden worden gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.