Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
10 oktober 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 oktober 2023 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 oktober 2021. De verdachte, geboren in 1998, was betrokken bij een woninginbraak en de beschadiging van een benzinepomp. Het beroep in cassatie werd ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat A.E.M.C. Koudijs. In de schriftuur werd een cassatiemiddel voorgesteld, dat aan het arrest was gehecht. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de eerdere uitspraak van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is gewezen door de vice-president en de raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.