ECLI:NL:HR:2023:1298
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens ontbreken van gronden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 september 2023 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van de vennootschap onder firma [X], vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 15 mei 2023, waarin meerdere nummers van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) aan de orde waren. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het beroepschrift in cassatie, dat via het webportaal was ingediend, niet voldeed aan de eisen van artikel 6:5, lid 1, letter d, van de Awb, omdat het niet de gronden van het beroep bevatte.
De griffier van de Hoge Raad heeft de belanghebbende op 26 juni 2023 per aangetekende brief in de gelegenheid gesteld om dit verzuim binnen zes weken te herstellen. Deze brief is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, maar de belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Gezien het ontbreken van de noodzakelijke gronden voor het beroep in cassatie, heeft de Hoge Raad besloten om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren op basis van artikel 6:6 van de Awb.
De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 22 september 2023, en het arrest is gewezen door de raadsheer E.N. Punt als voorzitter, samen met de raadsheren M.A. Fierstra en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.