Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
22 september 2023.
Hoge Raad
In de zaak met nummer 23/01808 heeft de Hoge Raad op 22 september 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. Betrokkene, wonende te [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag, die op 21 maart 2023 is gegeven in de zaak C/09/644426 / FA RK 23-1919. De officier van justitie in het arrondissement Den Haag, als verweerder in cassatie, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal B.J. Drijber heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van betrokkene schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van betrokkene over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst van deze beoordeling is dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven voor dit oordeel, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de beschikking van de rechtbank in stand blijft. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek en S.J. Schaafsma, met de openbare uitspraak door raadsheer F.J.P. Lock.