Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
22 september 2023.
Hoge Raad
In deze zaak hebben twee vliegers, die in dienst zijn van KLM en in het buitenland wonen, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De vliegers vorderden KLM te veroordelen tot betaling van bedragen die zij op grond van navorderingsaanslagen inkomstenbelasting aan de belastingdienst moesten betalen, als gevolg van een wijziging in het belastingverdrag tussen Nederland en Zwitserland. De Hoge Raad oordeelt dat KLM als werkgever mogelijk een waarschuwings- of informatieplicht heeft jegens de vliegers, gezien de gevolgen van de verdragswijziging voor hun fiscale positie. De kantonrechter had KLM aansprakelijk verklaard voor 50% van de schade, maar het hof had deze vorderingen afgewezen, stellende dat KLM niet verantwoordelijk was voor het informeren van de vliegers over fiscale wijzigingen. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat KLM, gezien haar rol als werkgever en de fiscale verplichtingen, mogelijk wel degelijk een zorgplicht had om de vliegers te informeren over de gevolgen van de wijziging in het belastingverdrag. De zaak wordt nu verder behandeld door het gerechtshof Den Haag.