ECLI:NL:HR:2023:1182
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Rechtbank Gelderland inzake belastingzaken van belanghebbende [X] B.V.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 september 2023 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen de uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 28 februari 2022. De Rechtbank had eerder uitspraak gedaan in een belastingzaak, waarbij belanghebbende verzet had aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 2 april 2020. De belanghebbende, vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank. De Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft vervolgens een conclusie van repliek ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar heeft geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist was voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard.