ECLI:NL:HR:2023:1157

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 september 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
23/02515
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een niet-ontvankelijk verklaring in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter

Op 5 september 2023 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag tot herziening. De aanvraag was ingediend door S. van Buuren, advocaat te Strijen, namens de aanvrager, die in 1989 is geboren. De zaak betreft een niet-ontvankelijk verklaring van de aanvrager in zijn hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, dat op 2 december 2022 is uitgesproken. Het gerechtshof 's-Hertogenbosch had op 24 maart 2023 de aanvrager niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen dit vonnis.

De Hoge Raad heeft de aanvraag tot herziening beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kan leiden tot herziening. Dit is gebaseerd op het feit dat de uitspraak waarvan herziening is gevraagd, namelijk de niet-ontvankelijk verklaring, geen veroordeling inhoudt. Volgens artikel 457 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is er geen sprake van een uitspraak in de zin van dit artikel, waardoor de Hoge Raad de aanvraag niet in behandeling kan nemen. De Hoge Raad heeft daarom de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk verklaard.

Deze uitspraak benadrukt het belang van de voorwaarden waaronder een aanvraag tot herziening kan worden ingediend, en dat alleen veroordelingen in aanmerking komen voor herziening volgens de geldende wetgeving. De beslissing van de Hoge Raad is genomen door vice-president M.J. Borgers als voorzitter, samen met de raadsheren A.E.M. Röttgering en M. Kuijer, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/02515 H
Datum5 september 2023
ARREST
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 24 maart 2023, nummer 20-002806-22, ingediend door S. van Buuren, advocaat te Strijen,
namens
[aanvrager] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de aanvrager.

1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd

Het hof heeft de aanvrager niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg van 2 december 2022.

2.De aanvraag tot herziening

De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3.Beoordeling van de aanvraag

De aanvraag kan niet tot herziening leiden, omdat de uitspraak waarvan herziening is gevraagd geen veroordeling inhoudt en daarom geen uitspraak in de zin van artikel 457 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) is. Het gevolg daarvan is – gelet op artikel 465 lid 1 Sv – dat de Hoge Raad de aanvraag niet in behandeling kan nemen.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 september 2023.