Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
29 augustus 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een beslissing van de rechtbank Noord-Holland van 5 december 2022. Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon, die van Roemeense nationaliteit is en wordt verdacht van mensenhandel. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaat P.D. Popescu, heeft cassatiemiddelen ingediend, waarin onder andere werd betoogd dat de pleitnota ontbrak en dat de persoon die ter zitting verscheen niet de opgeëiste persoon was. De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdediging beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.