Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
4 juli 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 28 februari 2022. De verdachte, geboren in 1994, was betrokken bij een drugslaboratorium in Zevenaar en werd beschuldigd van het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor het vervaardigen van amfetamine, alsook van het aangelegd aanwezig hebben van een jammer zonder geldige vergunning. De advocaat van de verdachte, G.J.P.M. Mooren, heeft cassatiemiddelen voorgesteld, waarop de advocaat-generaal A.E. Harteveld concludeerde tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het hof in stand blijft.