ECLI:NL:HR:2023:1031

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 juli 2023
Publicatiedatum
4 juli 2023
Zaaknummer
21/04921
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over poging doodslag en noodweer in Amsterdam

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 18 november 2021. De zaak betreft een poging tot doodslag waarbij de verdachte in een hotelkamer in Amsterdam meerdere malen met een mes in de borst, rug en zij van een toerist heeft gestoken. De verdachte heeft een beroep gedaan op noodweer, maar het hof heeft dit beroep verworpen na ontslag van alle rechtsvervolging in eerste aanleg wegens noodweerexces. De Hoge Raad heeft de vraag beoordeeld of het hof terecht heeft geoordeeld dat de feiten en omstandigheden die aan het beroep op noodweer ten grondslag lagen, niet aannemelijk zijn geworden.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof kennelijk heeft geoordeeld dat de lezing van de verdachte niet voldoende aannemelijk is geworden. Dit oordeel is gebaseerd op de aard en omvang van het letsel bij zowel de verdachte als de aangever, die in onderling verband en samenhang zijn bezien. De Hoge Raad concludeert dat het oordeel van het hof niet onbegrijpelijk is, gezien de waarderingen van feitelijke aard die daarbij zijn gemaakt. Het cassatiemiddel, dat klaagt over de ontoereikende motivering van het hof, faalt dan ook. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/04921
Datum11 juli 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 18 november 2021, nummer 23-001806-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsvrouw van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat het oordeel van het hof dat de aan het beroep op noodweer ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden niet aannemelijk zijn geworden, ontoereikend is gemotiveerd.
2.2
Het cassatiemiddel faalt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 3.2 tot en met 3.11.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 juli 2023.