Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
11 juli 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 18 november 2021. De zaak betreft een poging tot doodslag waarbij de verdachte in een hotelkamer in Amsterdam meerdere malen met een mes in de borst, rug en zij van een toerist heeft gestoken. De verdachte heeft een beroep gedaan op noodweer, maar het hof heeft dit beroep verworpen na ontslag van alle rechtsvervolging in eerste aanleg wegens noodweerexces. De Hoge Raad heeft de vraag beoordeeld of het hof terecht heeft geoordeeld dat de feiten en omstandigheden die aan het beroep op noodweer ten grondslag lagen, niet aannemelijk zijn geworden.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof kennelijk heeft geoordeeld dat de lezing van de verdachte niet voldoende aannemelijk is geworden. Dit oordeel is gebaseerd op de aard en omvang van het letsel bij zowel de verdachte als de aangever, die in onderling verband en samenhang zijn bezien. De Hoge Raad concludeert dat het oordeel van het hof niet onbegrijpelijk is, gezien de waarderingen van feitelijke aard die daarbij zijn gemaakt. Het cassatiemiddel, dat klaagt over de ontoereikende motivering van het hof, faalt dan ook. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte.