Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
4 juli 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling, specifiek het slaan van de aangever in het gezicht tijdens een stadsfestival in Deventer. De verdachte heeft zich beroepen op noodweer, zoals vastgelegd in artikel 41, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte over de uitspraak van het hof beoordeeld. Het hof had geoordeeld dat de aangevoerde feitelijke toedracht, waarbij de aangever de confrontatie had opgezocht, niet aannemelijk was geworden. De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat de klachten van de verdachte niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. Dit oordeel werd gegeven zonder verdere motivering, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het hof in stand bleef.