Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen
4.Beslissing
11 juli 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2023 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het cassatieberoep van de klager, die zich had beklaagd over de teruggave van inbeslaggenomen goederen aan zijn broer. De rechtbank had de klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag ten aanzien van de goederen, waaronder telefoons, USB-SD kaarten, laptops en buitenlands geld, omdat er al een last tot teruggave aan de beslagene was gegeven. De Hoge Raad bevestigde deze beslissing en oordeelde dat het beslag op de goederen was beëindigd op het moment van de beslissing op het klaagschrift, ongeacht of de goederen feitelijk waren teruggegeven. De klager, die niet de beslagene was, kon zich niet beroepen op de regeling van artikel 116.3 van het Wetboek van Strafvordering, waardoor zijn cassatieberoep niet-ontvankelijk werd verklaard. De Hoge Raad verwerpt ook de overige cassatiemiddelen van de klager, omdat deze niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank.