ECLI:NL:HR:2023:1001

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
29 juni 2023
Zaaknummer
22/03056
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en verbintenissenrecht: Uitleg van voorwaarde in huurovereenkomst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser] en HEAVAC B.V. Het geschil betreft een huurovereenkomst die voorwaardelijk is gewijzigd, waardoor de opzeggingstermijn is aangepast van vijf naar zes jaar. De kern van de zaak draait om de uitleg van deze voorwaarde en de toepassing van de tweeconclusieregel. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Oost-Brabant en het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waaruit blijkt dat [eiser] beroep in cassatie heeft ingesteld tegen het arrest van het hof. HEAVAC heeft verzocht om het cassatieberoep te verwerpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders was om het beroep te verwerpen, waarop de advocaat van [eiser] schriftelijk heeft gereageerd. Na beoordeling van de klachten over het arrest van het hof, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/03056
Datum30 juni 2023
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: S.L. Haanschoten,
tegen
HEAVAC B.V.,
gevestigd te Nuenen,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Heavac,
advocaat: F.E. Vermeulen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak 8213959 van de rechtbank Oost-Brabant van 19 december 2019;
b. het arrest in de zaak 200.274.472/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 17 mei 2022.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Heavac heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor Heavac toegelicht door haar advocaat en mede door P.B. Fritschy.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Heavac begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.E.B. ter Heide, als voorzitter, S.J. Schaafsma en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
30 juni 2023.