Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
4.Beslissing
28 juni 2022.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte is geboren in 1954 en is aangeklaagd voor medeplegen van witwassen en het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, in dit geval een valse arbeidsovereenkomst. De advocaat van de verdachte, T.P.M. Kouwenaar, heeft een cassatiemiddel ingediend. De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de opgelegde gevangenisstraf, en heeft verzocht om vermindering daarvan.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen motivering hoeven geven voor dit oordeel, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld en vastgesteld dat de redelijke termijn voor het cassatieberoep is overschreden, wat leidt tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en deze verminderd naar twee maanden en drie weken. Het beroep is voor het overige verworpen. Deze uitspraak is gedaan op 28 juni 2022.