Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
21 juni 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 juni 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een verdachte die was veroordeeld voor diefstal, meermalen gepleegd. De verdachte was tijdens de behandeling van zijn strafzaak in hoger beroep gedetineerd in Duitsland, wat niet bekend was bij het hof. Het hof had verstek verleend tegen de niet-verschenen verdachte, wat door de Hoge Raad als onjuist werd beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte niet vrijwillig afstand had gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn bij de behandeling van zijn zaak. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof en terugwijzing van de zaak. De Hoge Raad volgde deze conclusie en vernietigde de uitspraak van het hof, waarbij de zaak werd terugverwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling.