ECLI:NL:HR:2022:873

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 juni 2022
Publicatiedatum
15 juni 2022
Zaaknummer
21/02592
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om machtiging voor verkoop en levering woning onder curatele gestelde rechthebbende

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 juni 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek van een curator om machtiging voor de verkoop en levering van een woning die onder curatele staat van de rechthebbende. De verzoeker, de zoon van de rechthebbende, heeft cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De curator, die de verzoeker vertegenwoordigt, is niet verschenen in de procedure. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de kantonrechter en het gerechtshof, waarin de feiten en het procesverloop zijn uiteengezet. De Hoge Raad heeft de klachten van de verzoeker beoordeeld, maar oordeelt dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en bevestigt daarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/02592
Datum17 juni 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[de zoon],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: de verzoeker,
advocaat: C.S.G. Janssens,
tegen
[de curator], h.o.d.n. [A] Q.Q.,
kantoorhoudende te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de curator,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak 8430797 BZ VERZ 20-2965 jb van de kantonrechter te Zaandam van 15 april 2020;
de beschikking in de zaak 200.281.087/01 van het gerechtshof Amsterdam van 23 maart 2021.
De verzoeker heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curator heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de president G. de Groot als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.R. Salomons en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
17 juni 2022.