ECLI:NL:HR:2022:597

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 april 2022
Publicatiedatum
21 april 2022
Zaaknummer
20/04148
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding samenwerkingsovereenkomst en beoordeling van bewijsaanbod in cassatie

In deze zaak heeft Omnicommediagroup Nederland B.V. (hierna: Omnicom) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een ontbinding van een samenwerkingsovereenkomst met Camborde N.V. (voorheen Cosmosmedia N.V., hierna: Cosmos). De Hoge Raad heeft op 22 april 2022 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, waarbij de klachten van Omnicom over het arrest van het hof zijn beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. Dit oordeel is gegeven zonder dat de Hoge Raad hoeft te motiveren waarom, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft ook de proceskosten aan de zijde van Cosmos begroot op een totaal van € 9.171,34, bestaande uit € 6.971,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept de grenzen van de rechtsstrijd in deze zaak. De advocaat-generaal had in zijn conclusie tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd, wat de Hoge Raad heeft gevolgd. De zaak is behandeld met inachtneming van de relevante procesrechtelijke aspecten en de juridische context van verbintenissenrecht.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/04148
Datum22 april 2022
ARREST
In de zaak van
OMNICOMMEDIAGROUP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: Omnicom,
advocaat: J.P. Heering,
tegen
CAMBORDE N.V., voorheen genaamd COSMOSMEDIA N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Cosmos,
advocaat: J. den Hoed.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/13/593352/HA ZA 15-814 van de rechtbank Amsterdam van 21 september 2016, 24 januari 2018 en 25 juli 2018;
het arrest in de zaak 200.250.843/01 van het gerechtshof Amsterdam van 15 september 2020.
Omnicom heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Cosmos heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor Omnicom mede door C.A. Bosma.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Omnicom heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Omnicom in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Cosmos begroot op € 6.971,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
22 april 2022.