ECLI:NL:HR:2022:522

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 april 2022
Publicatiedatum
6 april 2022
Zaaknummer
20/04183
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onredelijk bezwarend cross-fault-beding in leaseovereenkomst en de betekenis van ontbindingsbedingen

In deze zaak heeft Noord Auto B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 september 2020. De zaak betreft de vraag of een cross-fault-beding in een leaseovereenkomst onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:233 onder a van het Burgerlijk Wetboek. Noord Auto, vertegenwoordigd door advocaat J.H.M. van Swaaij, heeft het beroep ingesteld tegen Beequip B.V., die werd bijgestaan door advocaat C.S.G. Janssens. De Hoge Raad heeft de klachten van Noord Auto over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen verdere motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft het beroep van Noord Auto verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten zijn begroot op € 2.830,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente indien Noord Auto deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak heeft voldaan. Dit arrest is gewezen op 8 april 2022 door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter, samen met de raadsheren C.E. du Perron en G.C. Makkink, en openbaar uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/04183
Datum8 april 2022
ARREST
In de zaak van
NOORD AUTO B.V.,
gevestigd te Assen,
EISERES tot cassatie,
hierna: Noord Auto,
advocaat: J.H.M. van Swaaij,
tegen
BEEQUIP B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Beequip,
advocaat: C.S.G. Janssens.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak 6552243 \ CV EXPL 17-8636 van de kantonrechter te Assen van 3 januari 2018 en 10 juli 2018;
de arresten in de zaak 200.248.944/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 juli 2019, 15 september 2020 en 3 november 2020 (herstelarrest).
Noord Auto heeft tegen het arrest van het hof van 15 september 2020 beroep in cassatie ingesteld.
Beequip heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor Beequip toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Noord Auto heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Noord Auto in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Beequip begroot op € 2.830,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Noord Auto deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
8 april 2022.