ECLI:NL:HR:2022:506

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 april 2022
Publicatiedatum
4 april 2022
Zaaknummer
21/03183
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen niet-ontvankelijkverklaring in hoger beroep bij schuldheling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 april 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 7 juli 2021. De verdachte, geboren in 1979, had beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring door het hof in het hoger beroep. De advocaat E.R. Weening heeft namens de verdachte een cassatiemiddel ingediend. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het gerechtshof Den Haag, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht.

De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel beoordeeld en vastgesteld dat het middel slaagt. De redenen voor deze beslissing zijn uiteengezet in de conclusie van de advocaat-generaal. De Hoge Raad heeft vervolgens de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak terugverwezen naar het gerechtshof Den Haag voor een nieuwe behandeling.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en E.S.G.N.A.I. van de Griend, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de ontvankelijkheid van cassatie en de procedurele rechten van de verdachte in strafzaken.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/03183
Datum5 april 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 7 juli 2021, nummer 22-000492-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft E.R. Weening, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel keert zich tegen de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte door het hof in het hoger beroep.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 april 2022.