ECLI:NL:HR:2022:465

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 maart 2022
Publicatiedatum
25 maart 2022
Zaaknummer
20/03452
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid cassatieberoep en betekening dagvaarding in hoger beroep voor asielzoekers

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 maart 2022 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 april 2018. De verdachte, geboren in 1985, had beroep ingesteld tegen een veroordeling voor diefstal, zoals omschreven in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. De kern van de zaak betrof de vraag of de betekening van de dagvaarding in hoger beroep moest plaatsvinden bij een asielzoekerscentrum in Rennes, Frankrijk, waar de verdachte had aangegeven met haar kinderen te wonen, zonder een specifiek adres te noemen. De advocaat-generaal B.F. Keulen concludeerde tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel was gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/03452
Datum29 maart 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 april 2018, nummer 21-005184-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft A.J.M. Bommer, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 maart 2022.