ECLI:NL:HR:2022:392

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 maart 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
21/00104
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over kinderalimentatie en verdiencapaciteit met zorgkorting

In deze zaak heeft [de vrouw], verzocht om cassatie tegen een beschikking van het hof. [de man] heeft hierop een verweerschrift ingediend, waarin hij tevens incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal M.H. Wissink gevolgd, die strekte tot verwerping van zowel het principale als het incidentele cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. Dit oordeel is gegeven zonder verdere motivering, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft op 18 maart 2022 in het principale en incidentele beroep het beroep verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/00104
Datum18 maart 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie, verweerster in het incidentele cassatieberoep,
hierna: [de vrouw],
advocaat: A.H. Vermeulen,
tegen
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie, verzoeker in het incidentele cassatieberoep,
hierna: [de man],
advocaat: N.C. van Steijn.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak C/09/562795 FA RK 18-8143 van de rechtbank Den Haag van 15 juli 2019;
de beschikking in de zaak 200.267.606/01 van het gerechtshof Den Haag van 14 oktober 2020.
[de vrouw] heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[de man] heeft een verweerschrift tot verwerping tevens houdende incidenteel cassatieberoep ingediend. Het cassatierekest en het verweerschrift tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
[de vrouw] heeft zich in het incidentele cassatieberoep gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van zowel het principale als het incidentele cassatieberoep.
De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
in het principale en in het incidentele beroep:
verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, F.J.P. Lock en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
18 maart 2022.