Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.De beschikking van de rechtbank
3. Beoordeling van het cassatiemiddel dat door het openbaar ministerie is voorgesteld
4.Beoordeling van het cassatiemiddel dat namens de klaagster is voorgesteld
Bij de beoordeling van een klaagschrift van de beslagene dat is gericht tegen een beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv, dient de rechter a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd. Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave als het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer het inbeslaggenomen voorwerp kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen - ook in een zaak betreffende een ander dan de klager - of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Ook verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave als niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de later oordelende strafrechter de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b lid 1 onder 4º van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) in samenhang met artikel 552f Sv.
Bij de beoordeling van een klaagschrift van de beslagene dat is gericht tegen een beslag als bedoeld in artikel 94a lid 1 of lid 2 Sv, dient de rechter te onderzoeken a. of er op het moment van zijn beslissing sprake is van verdenking van of veroordeling wegens een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd en b. of zich niet het geval voordoet dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de later oordelende strafrechter aan de klager/klaagster, als verdachte, een verplichting tot betaling van een geldboete of de verplichting tot betaling van een geldbedrag ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel zal opleggen.
5.Beslissing
15 maart 2022.