ECLI:NL:HR:2022:304

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 maart 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
21/03768
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag tot herziening in verband met beleggingsfraude

Op 8 maart 2022 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/03768, waarin een aanvraag tot herziening is behandeld. De aanvraagster, vertegenwoordigd door advocaat R.F.D. Keuning, had verzocht om herziening van een eerder arrest van het gerechtshof te Arnhem, dat op 19 juli 2001 was gewezen. In dat arrest was de aanvraagster veroordeeld voor het medeplegen van valsheid in geschrift, gepleegd door een rechtspersoon, en opgelegd een geldboete van 200.000 gulden.

De Hoge Raad heeft de aanvraag tot herziening beoordeeld en geconcludeerd dat deze kennelijk ongegrond is. De redenen voor deze afwijzing zijn uiteengezet in een eerder arrest dat op dezelfde dag is uitgesproken in de samenhangende zaak 21/04174, ECLI:NL:HR:2022:303. De Hoge Raad heeft de aanvraagster in haar verzoek niet in het gelijk gesteld en de aanvraag tot herziening afgewezen.

Deze uitspraak is gedaan door de vice-president V. van den Brink, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.L.J. van Strien, en is openbaar uitgesproken. De zaak is van belang in het kader van de rechtsbescherming en de mogelijkheden tot herziening van eerdere uitspraken in strafzaken.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/03768 H
Datum8 maart 2022
ARREST
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het gerechtshof te Arnhem van 19 juli 2001, nummer 21-001967-00, ingediend door R.F.D. Keuning, advocaat te Berkel en Rodenrijs,
namens
[aanvraagster] ,
hierna: de aanvraagster.

1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd

Het hof heeft in hoger beroep de aanvraagster voor onder meer - kort gezegd - het medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, veroordeeld tot een geldboete van 200.000 gulden.

2.De aanvraag tot herziening

De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3.Beoordeling van de aanvraag

De aanvraag is kennelijk ongegrond. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 21/04174, ECLI:NL:HR:2022:303.

4.Beslissing

De Hoge Raad wijst de aanvraag tot herziening af.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 maart 2022.