Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
de beschikking in de zaak C/03/303893/BZ RK 22/675 van de rechtbank Limburg van 20 april 2022.
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
Dit brengt met zich dat de bevoegdheid van een medewerker van het CIZ om een verzoekschrift op de voet van art. 26 Wzd in te dienen overeenkomstig afdeling 10.1.1 Awb dient te zijn verleend.
Het voorgaande lijdt uitzondering indien de bevoegdheid van de betrokken medewerker blijkt uit een voor een ieder toegankelijk, gepubliceerd besluit van het CIZ.Daarvan is in dit geval echter geen sprake. In art. 10 van het op de voet van art. 7.1.3 lid 1 Wlz vastgestelde bestuursreglement [3] is vermeld dat de voorzitter van het CIZ een Mandaatbesluit opstelt waarin mandaat, volmacht en machtigingen en daaraan gerelateerde bevoegdheden worden beschreven. Uit de conclusie van de Advocaat-Generaal (onder 2.8) blijkt dat van dit besluit op de website van het CIZ uitsluitend een samenvatting is gepubliceerd en dat uit die samenvatting niet blijkt welke medewerkers van het CIZ bevoegd zijn om namens het CIZ een verzoek als bedoeld in art. 26 Wzd in te dienen.
4.Beslissing
23 december 2022.