ECLI:NL:HR:2022:1927

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
22/01845
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging ouderlijk gezag en verzoek om contra-expertise in jeugdzaak

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders over hun kind. De ouders, vertegenwoordigd door hun advocaat A.H. Vermeulen, hebben cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Den Haag. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank en het hof, waarbij de ouders in eerste instantie niet in het gelijk zijn gesteld. De Raad voor de Kinderbescherming, die als verweerder optreedt, heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers heeft in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten van de ouders beoordeeld, maar deze kunnen niet leiden tot vernietiging van de beschikking van het hof. De Hoge Raad oordeelt dat het niet nodig is om te motiveren waarom de klachten niet gegrond zijn, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de ouders, waarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand blijven.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/01845
Datum23 december 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
1. [de vader],
wonende te [woonplaats],
2. [de moeder],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
hierna: de ouders,
advocaat: A.H. Vermeulen,
tegen
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO HAAGLANDEN,
gevestigd te Den Haag,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de raad,
niet verschenen.
Belanghebbenden in cassatie:
1. STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST (REGIO ZUID-HOLLAND MIDDEN),
kantoorhoudende te Gouda,
hierna: de stichting,
2. [de pleegouders],
wonende op een geheim adres,
hierna: de pleegouders,
niet verschenen.

1.Procesverloop in cassatie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak FA RK 20-6933 / C/09/600339 / C/09/612085 / JE RK 21- 1182 van de rechtbank Den Haag van 9 juli 2021,
b. de beschikking in de zaak 200.301.765/01 van het gerechtshof Den Haag van 23 februari 2022.
De ouders hebben tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De procesinleiding is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raad, de stichting en de pleegouders hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de ouders heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren H.M. Wattendorff en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
23 december 2022.