ECLI:NL:HR:2022:1926

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
21/04694
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een overeenkomst wegens niet-nakoming en de vereisten voor ingebrekestelling

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen SOURCE BY NET B.V. (SBN) en MOTIV-E B.V. (voorheen handelend onder de naam EUROPEAN CAR TRADE COMPANY B.V., ECTC). SBN heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 10 augustus 2021 is gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Noord-Holland en het arrest van het hof. De kern van de zaak betreft de vraag of er een ingebrekestelling vereist was voor het intreden van verzuim in het kader van de ontbinding van een overeenkomst wegens niet-nakoming. De Hoge Raad heeft de klachten van SBN beoordeeld, maar deze kunnen niet leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad oordeelt dat het niet nodig is om te motiveren waarom het tot dit oordeel is gekomen, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van SBN verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 9.286,34, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/04694
Datum23 december 2022
ARREST
In de zaak van
SOURCE BY NET B.V.,
gevestigd te Oldenzaal,
EISERES tot cassatie,
hierna: SBN,
advocaat: J. van Weerden,
tegen
MOTIV-E B.V., voorheen handelend onder de naam EUROPEAN CAR TRADE COMPANY B.V.,
gevestigd te Zwaanshoek, gemeente Haarlemmermeer,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: ECTC,
advocaat: D. Rijpma.

1.Procesverloop in cassatie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/15/279417 / HA ZA 18-653 van de rechtbank Noord-Holland van 2 januari 2019 en 19 juni 2019;
b. het arrest in de zaak 200.266.357/01 van het gerechtshof Amsterdam van 10 augustus 2021.
SBN heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
ECTC heeft verzocht het cassatieberoep te verwerpen.
De zaak is voor ECTC toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van SBN heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt SBN in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ECTC begroot op € 7.086,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien SBN deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
23 december 2022.