ECLI:NL:HR:2022:1914

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
20 december 2022
Zaaknummer
20/03871
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid cassatieberoep inzake beslag op lampen t.z.v. hennepteelt

Op 20 december 2022 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 20/03871. Het betreft een beklag over beslag gelegd op lampen onder twee klaagsters, een Zwitserse vennootschap en een Slowaakse vennootschap, in het kader van een onderzoek naar voorbereidingshandelingen voor hennepteelt. De rechtbank Limburg had eerder op 3 november 2020 een beschikking gegeven, waartegen de klaagsters in cassatie zijn gegaan. De advocaat I.T.H.L. van de Bergh heeft namens de klaagsters cassatiemiddelen voorgesteld, terwijl de advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is. De redenen voor deze beslissing zijn uiteengezet in de conclusie van de advocaat-generaal. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het beslag rechtsgeldig is beëindigd op basis van artikel 134.2.c van het Wetboek van Strafvordering, wat betekent dat de rechtbank de klaagsters niet-ontvankelijk had moeten verklaren in hun beklag. De uiteindelijke beslissing van de Hoge Raad was dan ook om het beroep van de klaagsters niet-ontvankelijk te verklaren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/03871 B
Datum20 december 2022
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Limburg van 3 november 2020, nummer RK 20/557 en RK 20/1566, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
de vennootschap naar Zwitsers recht ‘ [klaagster 1] ’,
gevestigd te [vestigingsplaats] en
de vennootschap naar Slowaaks recht [klaagster 2] ,
gevestigd te [vestigingsplaats],
hierna: de klaagsters.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagsters. Namens deze heeft I.T.H.L. van de Bergh, advocaat te Maastricht, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klaagsters in hun cassatieberoep.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Het beroep is niet-ontvankelijk. De redenen daarvoor staan in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 december 2022.