ECLI:NL:HR:2022:1883
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerder arrest van de Hoge Raad inzake belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad der Nederlanden op 16 december 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerder arrest. Het verzoek was ingediend door [X] te [Z], hierna aangeduid als belanghebbende, tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het verzoek om herziening betrof het arrest van de Hoge Raad van 21 januari 2022, met nummer 21/03722 en ECLI:NL:HR:2022:57. De Hoge Raad heeft het verzoek om herziening beoordeeld en de procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om een advies uit te brengen. Na beoordeling kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat het verzoek om herziening duidelijk niet kon slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Daarnaast heeft de Hoge Raad in deze uitspraak geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 16 december 2022, waarbij de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren E.F. Faase en J.A.R. van Eijsden. De waarnemend griffier E. Cichowski was ook aanwezig tijdens de uitspraak.