Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
15 februari 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 februari 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een verdachte die werd beschuldigd van poging tot zware mishandeling, nadat hij als politieagent had geschoten op een man die na een lange achtervolging en waarschuwingsschoten probeerde te ontsnappen. De Hoge Raad beoordeelde of het hof terecht het verweer van de verdachte heeft verworpen dat het gebruik van het vuurwapen geoorloofd was op basis van de Ambtsinstructie voor politie en andere opsporingsambtenaren. De Hoge Raad concludeerde dat het hof voldoende gemotiveerd had gereageerd op de verweren van de verdachte, waaronder de vraag of er sprake was van verontschuldigbare dwaling. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de verdachte niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof, en dat het niet nodig was om verder te motiveren waarom dit oordeel was genomen. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte.