Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
6 december 2022.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 24 december 2021 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1956, was betrokken bij een mishandeling die in 2020 in Simpelveld plaatsvond. De verdachte heeft een ander meerdere keren tegen het hoofd geslagen, wat leidde tot de val van het slachtoffer en uiteindelijk tot de dood. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er geen cassatiemiddelen zijn ingediend door de verdachte, wat betekent dat de wettelijke vereisten voor het indienen van een schriftuur met klachten niet zijn nageleefd. Hierdoor kon de Hoge Raad het beroep van de verdachte niet in behandeling nemen, conform artikel 437 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak werd gedaan op 6 december 2022 door raadsheer C. Caminada, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart, tijdens een openbare terechtzitting.