ECLI:NL:HR:2022:1812

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
1 december 2022
Zaaknummer
22/00875
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak tegen waterschap

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 december 2022 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te [Z] tegen het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Amstel, Gooien en Vecht. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 26 januari 2022, waarin het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank van 22 maart 2021 werd behandeld. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Rechtbank niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren, gebruikmakend van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en is genomen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer22/00875
Datum2 december 2022
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 26 januari 2022, nrs. 20/337 en 20/338 V, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 22 maart 2021.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Rechtbank op verzet beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2022.