ECLI:NL:HR:2022:1800

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
1 december 2022
Zaaknummer
21/04129
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging arbitraal vonnis in geschil over gasprijs tussen GasTerra B.V. en ENI S.P.A.

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 december 2022 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van GasTerra B.V. tegen het arrest van het gerechtshof Den Haag van 6 juli 2021. GasTerra, gevestigd te Groningen, had beroep in cassatie ingesteld tegen een eerder arbitraal vonnis dat betrekking had op een geschil over de verlaging van de gasprijs. Eni S.P.A., gevestigd in Rome, Italië, was de verweerder in cassatie. De advocaten van GasTerra waren J.W.M.K. Meijer en M.H.K. Jansen, bijgestaan door E.D. van Geuns en D.C. Roessingh. Eni werd vertegenwoordigd door B.T.M. van der Wiel en R.R. Verkerk, met ondersteuning van G.J. Meijer, I.P.M. van den Nieuwendijk en M.G.T. Boer.

De Hoge Raad heeft de klachten van GasTerra over het arrest van het hof beoordeeld, maar deze klachten konden niet leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom het tot dit oordeel was gekomen, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van GasTerra verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Eni zijn begroot op € 916,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/04129
Datum2 december 2022
ARREST
In de zaak van
GASTERRA B.V.,
gevestigd te Groningen,
EISERES tot cassatie,
hierna: GasTerra,
advocaten: J.W.M.K. Meijer en M.H.K. Jansen,
tegen
ENI S.P.A. ,
gevestigd te Rome, Italië,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Eni,
advocaten: B.T.M. van der Wiel en R.R. Verkerk.

1.Procesverloop in cassatie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het arrest in de zaak 200.268.925/01 van het gerechtshof Den Haag van 6 juli 2021.
GasTerra heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Eni heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor GasTerra mede door E.D. van Geuns en D.C. Roessingh, en voor Eni mede door G.J. Meijer, I.P.M. van den Nieuwendijk en M.G.T. Boer.
De conclusie van de advocaat-generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van GasTerra hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt GasTerra in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Eni begroot op € 916,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien GasTerra deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
2 december 2022.