ECLI:NL:HR:2022:1736

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 november 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
21/03965
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurdersaansprakelijkheid en devolutieve werking hoger beroep in cassatie

In deze zaak hebben de eiseressen, [eiseres 1] en [eiseres 2] B.V., in cassatie beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 juni 2021. De eiseressen zijn vertegenwoordigd door hun advocaat D.Th.J. van der Klei. De verweerder, Jan Paul Davids, handelt in zijn hoedanigheid als curator in het faillissement van [wegtransportbedrijf] B.V. en is bijgestaan door advocaat B.I. Kraaipoel. De Hoge Raad heeft de processtukken en eerdere vonnissen in de zaak in overweging genomen, waaronder vonnissen van de rechtbank Midden-Nederland en eerdere arresten van het gerechtshof.

De Hoge Raad heeft de klachten van de eiseressen over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst was dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In zijn beslissing heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen en de eiseressen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 421,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken op 25 november 2022 door de vicepresident M.J. Kroeze en de raadsheren F.J.P. Lock en K. Teuben.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/03965
Datum25 november 2022
ARREST
In de zaak van
1. [eiseres 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiseres 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. POSTEA NUNC EST BEHEER B.V.,
gevestigd te Nederhorst den Berg, gemeente Wijdemeren,
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eiseressen],
advocaat: D.Th.J. van der Klei,
tegen
Jan Paul DAVIDS, handelend in hoedanigheid van curator in het faillissement van
[wegtransportbedrijf] B.V.,
kantoorhoudende te Almere,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de curator,
advocaat: B.I. Kraaipoel.

1.Procesverloop in cassatie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/16/405255/HL ZA 15-362 van de rechtbank Midden-Nederland van 27 juli 2016 en 25 april 2018;
b. de arresten in de zaak 200.244.225/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 juni 2019 en 22 juni 2021.
[eiseressen] hebben tegen het arrest van het hof van 22 juni 2021 beroep in cassatie ingesteld.
De curator heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseressen] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiseressen] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curator begroot op € 421,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren F.J.P. Lock en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
25 november 2022.