ECLI:NL:HR:2022:1731

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 november 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
21/03901
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van beding in leveringsakte over verrrekening van over- en ondermaat in het verbintenissenrecht

In deze zaak heeft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de uitleg van een beding in een leveringsakte met betrekking tot de verrrekening van over- en ondermaat bij de aankoop van een strook grond. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Noord-Holland en het gerechtshof Amsterdam, waarin de feiten van de zaak zijn behandeld. De advocaat-generaal S.D. Lindenbergh heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van HHNK schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft de klachten van HHNK over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van HHNK verworpen en HHNK veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 421,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Het arrest is uitgesproken op 25 november 2022 door de president G. de Groot en de raadsheren G.C. Makkink, K. Teuben en F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/03901
Datum25 november 2022
ARREST
In de zaak van
HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER,
zetelende te Heerhugowaard,
EISER tot cassatie,
hierna: HHNK,
advocaat: C.S.G. Janssens,
tegen
[erfgenaam 1],
[erfgenaam 2],
beiden wonende te [woonplaats],
in hun hoedanigheid van de gezamenlijke erfgenamen van [erflater],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna: de erfgenamen,
advocaat: H.J.W. Alt.

1.Procesverloop in cassatie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak 7374674 \ CV EXPL 18-5895 van de rechtbank Noord-Holland van 23 mei 2019;
b. het arrest in de zaak 200.265.202/01 van het gerechtshof Amsterdam van 15 juni 2021.
HHNK heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De erfgenamen hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de advocaat-generaal S.D. Lindenbergh strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van HHNK heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt HHNK in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de erfgenamen begroot op € 421,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien HHNK deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de president G. de Groot als voorzitter en de raadsheren G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
25 november 2022.