ECLI:NL:HR:2022:1674

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 november 2022
Publicatiedatum
16 november 2022
Zaaknummer
21/01701
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onthouden van nodige verzorging aan herdershonden en de beoordeling van cassatiemiddelen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 7 april 2021. De verdachte, geboren in 1949, was aangeklaagd voor het onthouden van nodige verzorging aan 19 herdershonden, wat in strijd is met artikel 2.2.8 van de Wet dieren. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte over de uitspraak van het hof beoordeeld. De verdachte had in zijn cassatie beroep gedaan op verschillende argumenten, waaronder de stellingen over vervuiling, ammoniaklucht, ventilatie en verlichting in de schuur waar de honden werden gehouden. De Hoge Raad oordeelde dat het hof deze stellingen toereikend gemotiveerd had verworpen.

Daarnaast werd de strafmotivering van het hof besproken, waarbij een voorwaardelijke taakstraf van 20 uren en de verbeurdverklaring van de 19 honden was opgelegd. De Hoge Raad heeft ook het verzoek om geldelijke tegemoetkoming bij de verbeurdverklaring van de honden afgewezen, verwijzend naar artikel 33c.2 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad concludeerde dat de klachten van de verdachte niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof, en dat er geen noodzaak was om verder te motiveren waarom dit oordeel was genomen. De beslissing van de Hoge Raad was om het beroep van de verdachte te verwerpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/01701
Datum15 november 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 7 april 2021, nummer 20-002602-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1949,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben J.L. Baar en M.M. Kuyp, beiden advocaat te Laren, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 november 2022.