ECLI:NL:HR:2022:165

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 februari 2022
Publicatiedatum
10 februari 2022
Zaaknummer
20/02082
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Collectieve actie ten behoeve van slachtoffers van lozing van afval in Ivoorkust en rechtsmacht van de Nederlandse rechter

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 februari 2022 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Trafigura c.s. tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een collectieve actie ten behoeve van slachtoffers van lozing van afval in Ivoorkust. De Hoge Raad heeft de rechtsmacht van de Nederlandse rechter beoordeeld aan de hand van artikel 8 onder 1 van de Verordening Brussel I-bis. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten van Trafigura c.s. over het arrest van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. Dit betekent dat de Hoge Raad niet verder hoeft te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoorden worden gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Stichting Victimes des Déchets Toxiques de Côte d'Ivoire heeft een voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld, dat geen behandeling behoeft, nu het principale beroep niet tot vernietiging heeft geleid. De Hoge Raad heeft Trafigura c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. De uitspraak is gedaan door de vicepresident M.V. Polak en de raadsheren C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock en A.E.B. ter Heide.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/02082
Datum11 februari 2022
ARREST
In de zaak van
1. TRAFIGURA BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. TRAFIGURA LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
EISERESSEN tot cassatie, verweersters in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: Trafigura c.s.,
advocaten: A. Knigge en. L.V. van Gardingen,
tegen
STICHTING VICTIMES DES DÉCHETS TOXIQUES DE CÔTE D'IVOIRE,
gevestigd te Papendrecht,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
hierna: de Stichting,
advocaat: J.W.H. van Wijk.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/13/603301 / HA ZA 16-219 van de rechtbank Amsterdam van 18 april 2018;
het arrest in de zaak 200.246.355/01 van het gerechtshof Amsterdam van 14 april 2020, verbeterd bij arrest van 28 april 2020.
Trafigura c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De Stichting heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De zaak is voor Trafigura c.s. toegelicht door haar advocaten, en mede door E.J. Teijgeler.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.
De advocaten van Trafigura c.s. hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van het arrest van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het principale beroep;
  • veroordeelt Trafigura c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Stichting begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Trafigura c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
11 februari 2022.