ECLI:NL:HR:2022:1649

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 november 2022
Publicatiedatum
14 november 2022
Zaaknummer
20/03632
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een arrest van het gerechtshof Amsterdam wegens ontbrekende pleitnota in hoger beroep en beroep op overmacht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 6 november 2020. De verdachte, geboren in 1973, had beroep ingesteld tegen de veroordeling voor het medeplegen van het aanwezig hebben van hennep, in strijd met artikel 3 van de Opiumwet. De verdediging voerde aan dat er sprake was van overmacht in de zin van noodtoestand, maar de pleitnota die deze stelling onderbouwde, ontbrak in de stukken die aan de Hoge Raad waren gezonden. Hierdoor kon de Hoge Raad niet beoordelen of het hof de verwerping van dit verweer toereikend had gemotiveerd.

De advocaat-generaal, T.N.B.M. Spronken, had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling van de zaak. De Hoge Raad oordeelde dat het ontbreken van de pleitnota een ernstig verzuim was dat niet meer kon worden hersteld. Dit leidde tot de conclusie dat het onderzoek en de uitspraak van het hof nietig waren. De Hoge Raad vernietigde daarom de uitspraak van het hof en wees de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam, zodat deze opnieuw kon worden berecht en afgedaan. Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rechtsgang, vooral met betrekking tot de noodzaak van volledige en correcte processtukken in hoger beroep.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/03632
Datum15 november 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 6 november 2020, nummer 23-003601-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam, teneinde opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

3.1
Het cassatiemiddel klaagt over de verwerping door het hof van het beroep op overmacht in de zin van noodtoestand.
3.2
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 6 oktober 2020 houdt het volgende in:
“De raadsman voert het woord tot verdediging en doet dit aan de hand van zijn pleitnotities, waarvan de inhoud als hier ingevoegd geldt. Deze pleitnotities worden aan het hof overgelegd en in het dossier gevoegd.”
3.3
De pleitnota die in het proces-verbaal is vermeld, ontbreekt bij de stukken die aan de Hoge Raad zijn gezonden, zodat niet valt na te gaan wat de raadsman ten grondslag heeft gelegd aan het in het cassatiemiddel bedoelde verweer. Daarom kan de Hoge Raad niet beoordelen of de verwerping door het hof van het verweer toereikend is gemotiveerd.
3.4
Volgens de inlichtingen die de advocaat-generaal heeft ingewonnen, kan dit verzuim niet meer worden hersteld. Het gevolg daarvan is dat het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak nietig zijn.
3.5
Het cassatiemiddel is gegrond.

4.Beoordeling van het derde cassatiemiddel

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het cassatiemiddel niet nodig.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 november 2022.