Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
15 november 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2022 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 17 september 2020. De zaak betreft een verdachte die in cassatie is gegaan, maar geen cassatiemiddelen heeft ingediend. De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de verdachte niet heeft voldaan aan de wettelijke verplichting om binnen de gestelde termijn een schriftuur met cassatiemiddelen in te dienen. Dit heeft geleid tot de beslissing dat het beroep van de verdachte niet in behandeling kan worden genomen, zoals bepaald in artikel 437 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard.