ECLI:NL:HR:2022:1320

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 september 2022
Publicatiedatum
26 september 2022
Zaaknummer
22/01257 Br
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op telefoon onder klager n.a.v. Europees onderzoeksbevel van Duitse autoriteiten

In deze zaak gaat het om een beschikking van de Hoge Raad der Nederlanden, waarin het beroep in cassatie is behandeld tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had op 22 februari 2022 een klaagschrift behandeld dat was ingediend door de klager, die in deze procedure wordt aangeduid als [klager]. De klager, geboren in 1976, had bezwaar gemaakt tegen het beslag op zijn telefoon, dat was gelegd op basis van een Europees onderzoeksbevel van Duitse autoriteiten. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel beoordeeld, dat was ingediend door de advocaat N. van Schaik, en heeft geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de rechtbank niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De advocaat-generaal A.E. Harteveld had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beslissing aangegeven dat het niet nodig is om te motiveren waarom het tot dit oordeel is gekomen, omdat de klachten niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. De beschikking is gegeven op 27 september 2022 en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/01257 Br
Datum27 september 2022
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 22 februari 2022, nummer RK 21/015060, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 5.4.10 in verbinding met artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft N. van Schaik, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 september 2022.