Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
27 september 2022.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beschikking van de Hoge Raad der Nederlanden, waarin het beroep in cassatie is behandeld tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had op 22 februari 2022 een klaagschrift behandeld dat was ingediend door de klager, die in deze procedure wordt aangeduid als [klager]. De klager, geboren in 1976, had bezwaar gemaakt tegen het beslag op zijn telefoon, dat was gelegd op basis van een Europees onderzoeksbevel van Duitse autoriteiten. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel beoordeeld, dat was ingediend door de advocaat N. van Schaik, en heeft geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de rechtbank niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De advocaat-generaal A.E. Harteveld had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beslissing aangegeven dat het niet nodig is om te motiveren waarom het tot dit oordeel is gekomen, omdat de klachten niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. De beschikking is gegeven op 27 september 2022 en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.