ECLI:NL:HR:2022:1266

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 september 2022
Publicatiedatum
21 september 2022
Zaaknummer
22/00569
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging doodslag door steken met een mes in Venlo

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 17 februari 2022 is gewezen. De verdachte, geboren in 1981, is beschuldigd van poging doodslag, omdat hij in 2020 in Venlo een ander met een groot mes in de onderrug heeft gestoken. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, maar er zijn geen cassatiemiddelen ingediend. Dit betekent dat de verdachte niet heeft voldaan aan de wettelijke verplichting om binnen de gestelde termijn een schriftuur met klachten in te dienen bij de Hoge Raad. Hierdoor kon de Hoge Raad het beroep niet in behandeling nemen, zoals bepaald in artikel 437 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. Op 20 september 2022 heeft de Hoge Raad het beroep van de verdachte niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door raadsheer C. Caminada, in aanwezigheid van waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/00569
Datum20 september 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 17 februari 2022, nummer 20-000799-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Cassatiemiddelen zijn namens deze niet voorgesteld.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De wet bepaalt binnen welke termijn een advocaat namens de verdachte een schriftuur met cassatiemiddelen (klachten) bij de Hoge Raad moet indienen. Aan die verplichting is niet voldaan. Het gevolg daarvan is dat de Hoge Raad het beroep van de verdachte niet in behandeling kan nemen (zie artikel 437 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering).

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 september 2022.