ECLI:NL:HR:2022:1261

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 september 2022
Publicatiedatum
20 september 2022
Zaaknummer
21/04394 C
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie inzake poging tot doodslag en vuurwapenbezit in Sint Maarten

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dat op 25 februari 2021 is gewezen. De verdachte, geboren in 1983, is beschuldigd van poging tot doodslag en het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie in een druk uitgaansgebied van Sint Maarten. De Hoge Raad heeft het beroep ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat C. Reijntjes-Wendenburg. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en tot verwerping van het cassatieberoep voor het overige.

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 20 september 2022.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/04394 C
Datum20 september 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 25 februari 2021, nummer H 1/2020, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft C. Reijntjes-Wendenburg, advocaat te Valkenswaard, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis, maar uitsluitend wat de duur van de opgelegde gevangenisstraf betreft, tot vermindering daarvan naar de gebruikelijke maatstaf en tot verwerping van het cassatieberoep voor het overige.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 september 2022.