Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
20 september 2022.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dat op 25 februari 2021 is gewezen. De verdachte, geboren in 1983, is beschuldigd van poging tot doodslag en het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie in een druk uitgaansgebied van Sint Maarten. De Hoge Raad heeft het beroep ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat C. Reijntjes-Wendenburg. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en tot verwerping van het cassatieberoep voor het overige.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 20 september 2022.