ECLI:NL:HR:2022:1141

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 oktober 2022
Publicatiedatum
6 september 2022
Zaaknummer
20/03765
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep inzake bezit en verspreiding van kinder- en dierenporno met betrekking tot bevoegdheid Koninklijke Marechaussee en verzoeken om deskundigenonderzoek

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 oktober 2022 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 10 november 2020. De verdachte, geboren in 1982, was aangeklaagd voor het bezit en de verspreiding van kinderporno en dierenporno, meermalen gepleegd, in strijd met respectievelijk artikel 240b.1 en artikel 254a.1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging voerde aan dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden, dan wel dat bewijsuitsluiting moest plaatsvinden, omdat de Koninklijke Marechaussee niet bevoegd zou zijn geweest tot opsporing. Daarnaast werden er voorwaardelijke verzoeken gedaan om stemherkenningsonderzoek en deskundigenonderzoek naar de vindplaatsen van de aangetroffen beelden en filmpjes op de telefoon van de verdachte. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet konden leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom dit oordeel was gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk werd het beroep verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/03765
Datum4 oktober 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 10 november 2020, nummer 23-000678-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.J. van der Woude, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 oktober 2022.