Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
13 september 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 september 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1966, was beschuldigd van medeplegen van oplichting door zich voor te doen als politieagent. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak, behalve voor wat betreft de toepassing van vervangende hechtenis bij de schadevergoedingsmaatregel. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen voor het gedeelte dat betrekking had op de vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de vervangende hechtenis niet correct was toegepast en heeft deze vernietigd. In plaats daarvan heeft de Hoge Raad bepaald dat gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast, conform artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen.