ECLI:NL:HR:2022:1120

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 september 2022
Publicatiedatum
26 augustus 2022
Zaaknummer
21/03809
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over profijtontneming en termijnoverschrijding in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 september 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, voortkomend uit hennepteelt. De betrokkene, geboren in 1984, had hoger beroep ingesteld, maar het hof verklaarde hem niet-ontvankelijk in zijn beroep omdat dit te laat was ingediend. De raadsvrouw van de betrokkene had op de laatste dag van de appeltermijn een e-mail gestuurd, maar deze was na sluitingstijd van de strafgriffie verzonden, wat leidde tot de conclusie dat de termijnoverschrijding niet verontschuldigbaar was. De Hoge Raad diende te beoordelen of er sprake was van een 'manifest failure' van de raadsvrouw en of het hof had verzuimd te beslissen op een verzoek tot nader onderzoek naar de faxbevestiging bij de strafgriffie. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten over de uitspraak van het hof niet konden leiden tot vernietiging van die uitspraak, en dat het niet nodig was om te motiveren waarom dit oordeel was gegeven. De Hoge Raad verwerpt het beroep, waarmee de beslissing van het hof in stand blijft.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/03809 P
Datum13 september 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 augustus 2021, nummer 21-000792-20, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,
hierna: de betrokkene.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 september 2022.